Food before one is just for fun
De eerste maanden is het enige wat je kindje nodig heeft (moeder)melk. Na een paar maanden is het tijd om vast voedsel te gaan introduceren. Tot de leeftijd van zes maanden heeft je baby niets anders nodig dan melkvoeding. De darmen van je baby zijn er volledig op gericht om uitsluitend moedermelk te verteren. Het technische, wetenschappelijke verhaal daarachter kan je vinden op de website van de groene vrouw.
Bijvoeden vanaf 4 of 6 maanden?
Een baby wordt geboren met een steriele darm, de darmflora ontwikkelt zich in de eerste twee jaar. Omdat er nog geen darmflora aanwezig is, is je baby niet in staat om andere voeding dan borstvoeding te verteren. Het darmstelsel rekent op moedermelk, want dat is de enige voeding die de darmen wel goed kunnen verwerken en die helpt om de darmen en darmflora gezond te laten ontwikkelen. Moedermelk legt een beschermlaagje over de darmwand om het voor te bereiden op ander voedsel. Dit proces is fragiel en duurt minstens zes maanden. Iedere keer dat je kindje iets anders binnen krijgt dan moedermelk kan het beschermlaagje beschadigen en duurt het dus langer voordat de darmpjes voldoende gerijpt zijn. Vooral om die reden geven wij er de voorkeur aan om terughoudend te zijn met flesvoeding en om vroegtijdig (voor zes maanden) bijvoeden.
Zelluf doen
De volgende vraag is of je je kleintje potjes of stukjes eten gaat geven. Zelf zijn we groot voorstander van zo onbewerkt mogelijk eten. Voor onszelf, maar zeker voor onze kleintjes. Dat is voor ons al reden genoeg om te kiezen voor verse groenten en fruit. Daarnaast is het fysiologisch gezien ook veel logischer voor een baby om zelf te gaan eten. Vanaf een maand of zes zal je baby je laten merken dat hij interesse heeft in wat jij eet. Hij is in staat om zelf dingen vast te pakken en naar zijn mond te brengen. Tegen deze leeftijd kan hij waarschijnlijk wel zelfstandig rechtop zitten (een voorwaarde bij het geven van stukken voedsel). Bij het voeden op verzoek heeft je kindje de “leiding” over hoe vaak en hoe veel hij eet (drinkt). Fysiologisch gezien is het dus ook het meest logisch dat een kindje bij het wennen aan ander voedsel dan moedermelk ook zelf de leiding heeft.
Gepureerd voedsel en daarmee ook de potjes zijn in het leven geroepen om baby’s jonger dan zes maanden “vast” voedsel te kunnen geven. Baby’s van deze leeftijd kunnen nog niet kauwen of zelf gericht voedsel naar de mond brengen en afhappen. Ze hebben dus hulp nodig bij het eten van iets anders dan moedermelk. De enige manier om dat te kunnen doen is door ze gepureerd voedsel op een lepeltje in de mond te stoppen. Eigenlijk is het dus helemaal niet zo logisch om je kindje al op heel jonge leeftijd gepureerd voedsel te geven.
- Omdat het darmstelsel van je kleintje er nog niet op ingericht is om iets anders dan (moeder)melk te verteren, ze hebben er dus helemaal niets aan.
- Omdat iedere vorm van bijvoeding de fragiele beschermlaag in de darmen kan aantasten en voor darmproblemen kan zorgen, nu en op latere leeftijd.
- Omdat je kindje fysiek gezien nog niet in staat is voedsel naar de mond te brengen, af te happen en te kauwen.
- Omdat je kindje niet zelf leert eten door het doorslikken van hapjes gepureerd voedsel dat op een lepeltje in de mond wordt gestopt.
- Omdat je kindje nog niet in staat is om smaken te onderscheiden, je kleintje proeft alleen nog maar ‘zoet’.
Rapley
Het is veel logischer om ook hierbij je kindje de regie te geven. Op het moment dat je kleintje er aan toe is om vast voedsel te gaan proberen kan je er ook voor kiezen hele stukken eten te gaan geven. Dit wordt ook wel de Rapley-methode genoemd.
De Rapley-methode (vernoemd naar de bedenkster Gill Rapley) gaat uit van het principe dat baby’s vanaf zes maanden heel goed in staat zijn zelf te eten. Zoals we eerder hebben gezien is het lichaam van een baby jonger dan zes maanden er simpelweg nog niet aan toe om iets anders te eten dan melk.
Wanneer je kindje dus minimaal zes maanden oud is en geïnteresseerd raakt in eten kan je beginnen met Rapley.
Belangrijk daarbij wel is dat je kindje er écht klaar voor is. Dat betekend concreet dat je kindje:
- Zelfstandig of ondersteund goed rechtop kan blijven zitten in bijvoorbeeld een kinderstoel of op schoot. Zakt je kindje steeds onderuit of valt het opzij, dan is het er nog niet aan toe om stukken vast voedsel te eten.
- Goed iets kan vastpakken. Hij moet eten goed vast kunnen houden en niet te snel weer loslaten. Knoeien is onvermijdelijk en hoort er helemaal bij, maar als je kindje nog niet in staat is om iets langere tijd vast te houden is het moeilijk om het naar zijn mondje te kunnen brengen
- Je kindje moet het eten goed naar de mond kunnen brengen en af kunnen happen.
Begin nooit voor de zes maanden met de Rapley-methode (en liever helemaal niet met bijvoeding), je kindje bezit simpelweg nog niet de motorische vaardigheden om zelf te kunnen eten.
Voldoet je kindje aan deze voorwaarden? Dan kan je beginnen met het aanbieden van vast voedsel. Het is eigenlijk heel simpel, je geeft gewoon een heel stuk groente of fruit. Of je met groente of fruit begint maak eigenlijk niet zo veel uit. Je kunt beginnen met een groot stuk komkommer. Het stuk moet zo groot zijn dat je kindje het niet in één keer in zijn mond kan stoppen maar af moet happen. Een komkommer is natuurlijk vrij hard en je kleintje heeft waarschijnlijk nog niet zo veel tandjes, maar je kleintje kan er wel lekker op kauwen, soppen en zuigen. Zo leert hij de smaak en textuur alvast kennen. Je kunt ook een stuk banaan geven, een geschilde peer in kwarten, een stronkje broccoli. Het wordt een grote kliederboel en waarschijnlijk krijgt je kleintje nog niet zo veel binnen, maar dat is helemaal niet erg. Het eerste jaar blijft melkvoeding de hoofdvoeding en is bijvoeding bijzaak.
Er is heel veel te vinden op internet over de Rapley-methode. Het boek ‘Eten voor de kleintjes’ van lactatiekundige en kinderdiëtist Stefan Kleintjes staat boordevol informatie, wetenschappelijke onderbouwing, introductieschema’s, do’s en dont’s, tips en weetjes.
Borstvoeding blijft de hoofdvoeding
Hier komt de kreet ‘food before one is just for fun’ goed tot zijn recht. Het eerste jaar is en blijft (moeder)melk de hoofdvoeding. Bijvoeding, zeker met de Rapley-methode is erop gericht om je kindje kennis te laten maken met andere voeding. Om je kindje verschillende smaken en texturen te laten leren kennen en om de motorische ontwikkeling te stimuleren. Voor de groei en ontwikkeling van je kleintje is bijvoeding ondergeschikt aan melkvoeding. Ook al zou je kleintje helemaal niets binnen krijgen het eerste jaar, zolang hij niet beperkt wordt in de melkvoedingen zal dat voor zijn ontwikkeling helemaal niets uitmaken. Het is dus echt niet nodig om je kindje bepaalde melkvoedingen te ontnemen in de hoop dat hij dan wat meer gaat eten. Ander vocht dan moedermelk is niet nodig. Ook voor de ontwikkeling van de mondmotoriek is het niet nodig om je kleintje uit een tuitbeker te leren drinken. Er is niets dat je kleintje beter kan ondersteuning in de ontwikkeling van de mondmotoriek dan drinken aan de borst. Houdt het ontspannen, geef je kleintje de leiding en beperk hem niet in zijn hoofdvoeding. En geniet. Geniet van het geklieder en de ontdekkingstocht van je kleintje. Voor je het weten eten ze keurig met bestek.